Ik zeil in Zeeland

Ik zeil in Zeeland
Meer info over het boek

vrijdag 17 juni 2016

Mag het eens een andere bestemming zijn?

Na vier jaar zeilen in Zeeland werd het tijd om eens haventjes aan te doen waar ik tot nu toe hooguit passeerde.
De weersvoorspellingen waren erg positief over donderdag en vrijdag waardoor ik besloot om mijn 'weekend' twee dagen te vervroegen.

Donderdagmorgen om 6u30 reed ik naar de haven, net vroeg genoeg om niet in de file te belanden.
Toen ik de boot aan het inladen was zag ik een havengenoot uitvaren.
Ik vroeg hem via een SMS waar hij naartoe ging, en het bleek dat onze bestemmingen behoorlijk uit elkaar lagen.

Tegen 9 uur vertrok ik richting Krammersluizen.  Ik koos voor de genua, gezien de zwakke wind die ze voorspelden, en dat liep best lekker.

Ik kon meteen de sluis invaren.  Terwijl ik me vastmaakte kwam er een Friendship aangestoven, op motor.  Het was mijn havengenoot. Hij vond het maar saai, zo in zijn eentje richting Volkeraksluis, en besloot me te volgen naar Yerseke.

Na de sluis voeren we achter elkaar door de Zijpe en Mastgat.  Het was intussen erg mooi weer geworden. De wind nam stilaan toe en eens we door het Brabants Vaarwater waren, ter hoogte van Wemeldinge, haalde ik de genua er af, want 15 a 16 knopen was toch wel wat teveel.
Zelfs op enkel het grootzeil haalde ik nog makkelijk 5 knoop.

In Yerseke gingen we een frisse Duvel nuttigen op het terras, waarna mn kameraad de terugtocht aanvatte.
Ik ging de vissershaven eens bezoeken, en daarna op zoek naar het jachtje van iemand die mijn boek gekocht had.  Een ontmoeting zat er nog niet in, maar dat komt vast nog wel.

Daags erna stond ik om 8u30 al in de vissershaven, bij een winkel, om 20 meter extra ankerlijn aan te schaffen, mijn eerste voorbereiding voor mijn komende zeiltocht naar Frankrijk.

Tegen 9 uur voer ik uit, richting Colijnsplaat.  De wind viel helemaal weg, en alles moest dus op motor.
Even wou ik afdraaien naar de Zandkreeksluis om daar het middageten te nuttigen, maar ik draaide toch maar terug om het tij volledig mee te hebben.  In dit stuk mag je nergens meer ankeren, als ik de kaarten zo bekeek.

Rond 13u ging ik de Zeelandbrug onderdoor en draaide Colijnsplaat binnen. Wat een joekel van een haven zeg!
Ik bezocht het dorp even en het is, zoals de boeken zeggen, inderdaad een leuke hoofdstraat.
Na een flinke wandeling zocht ik ook hier naar en collega-Friendship 22 van een andere lezer van mijn boek. Zij waren niet in de haven helaas.

Ik kroop vroeg in bed, want de dag erna wou ik al om 6u uitvaren vanwege het tij.
En zo geschiedde ook: om 5u45 gooide ik los, en liet me door de tij meevoeren richting Krammer.
Prima getimed want net bij het keren van de tij was ik aan de sluis.
Het weer zat dik tegen: het regende de hele tocht.

Eens in mijn ligplaats zei een stemmetje in mijn hoofd om toch maar eens naar de bezinetank te kijken... een ja hoor: alweer is door het trillen het ontluchtingsventieltje dicht getrild en mijn benzinetank zowat vacuum gezogen. Jongens toch: hier moet ik iets op vinden!

Maar goed: deze keer twee havens aangedaan waar ik nog niet geweest was, en dan nog bij mooi weer :P


Cats: dat is voor een volgende keer :-)

Toch wel een grote haven, Colijnsplaat

Het havenhoofd van Colijnsplaat


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Dank voor je reactie op 'myfriendship22'!